Een milttumor is in 40 % van de gevallen goedaardig. In 60 % van de gevallen is een milttumor kwaadaardig.  

Een ernstige spontane bloeding in de buik wordt vaak veroorzaakt door een afwijkende milt. Deze bloeding wordt vaak veroorzaakt door een kwaadaardige milttumor, waarbij een bloedvattumor (haemangiosarcoom) het vaakst voorkomt.  

Voordat een milttumor begint te bloeden, heeft uw hond in de meeste gevallen geen klachten. Wanneer de tumor wel gaat bloeden, kan de bloeddruk snel dalen. Uw hond wordt in dit geval slap, bleek en kan gaan flauwvallen. Sommige honden raken hiervan in paniek.  
Wanneer deze bloeding spontaan stopt, kan uw hond binnen enkele uren tot dagen herstellen. Echter is de kans heel groot dat de tumor binnen enkele dagen opnieuw gaat bloeden.  

Goedaardige milttumoren wat bloeden, geven dezelfde klachten als kwaadaardige tumoren wat bloeden.  

Wanneer uw hond een bloedende milttumor heeft, is er geen tijd om de oorzaak te onderzoeken. In dit geval dient de milt zo snel mogelijk operatief verwijderd te worden.  
Wanneer de milt van uw hond vergroot is, maar (nog) niet bloedt kan er wel de tijd genomen worden om aanvullend onderzoek te doen. Mogelijke oorzaken van een vergrote milt zijn anesthesie, een liggingsverandering van de milt, een milttumor, een hematoom, ouderdomshyperplasie (goedaardige massa), bloedarmoede, een ontsteking, uitzaaiingen van andere tumoren of lymfeklierkanker.  

Vaak kan door middel van echografie en microscopisch onderzoek van de milt worden vastgesteld waarom deze vergroot is. Soms is er ook aanvullend onderzoek nodig in de vorm van bloedonderzoek. Met behulp van röntgenfoto’s worden eventuele uitzaaiingen in de longen zichtbaar.  

Wanneer er bloed in de buik wordt gevonden is de kans op een kwaadaardige milttumor 60 % bij de hond. Bij een bloedende kwaadaardige tumor, zullen er vrijwel altijd uitzaaiingen komen. Bloedingen vanuit een goedaardige tumor geven geen uitzaaiingen.  
Op basis van het uiterlijk van de milt bij een operatie, kan geen zekerheid gegeven worden of de tumor goed- of kwaadaardig is.  

Wanneer de operatie gelukt is en de tumor blijkt kwaadaardig te zijn, kan er gekozen worden voor chemotherapie als nabehandeling. Echter is de prognose ongunstig en is de overlevingstijd in de meeste gevallen kort.