Longwormen bij honden en katten

Longwormen zijn parasieten die in de longen en luchtwegen van honden en katten leven. De infectie kan variëren van milde klachten tot ernstige, soms levensbedreigende symptomen. Hieronder leest u alles over de meest voorkomende soorten longwormen, symptomen en behandelmogelijkheden.


Welke longwormen komen voor in Nederland?

  1. Franse hartworm (Angiostrongylus vasorum)
    • Komt voor bij honden.
  2. Oslerus osleri
    • Komt voor bij honden.
  3. Aelurostrongylus abstrusus
    • Komt voor bij katten.


Hoe raakt een dier besmet?

  • Angiostrongylus vasorum en Aelurostrongylus abstrusus

    • Larven worden opgegeten via tussengastheren zoals slakken.
    • Honden kunnen ook besmet raken door het eten van kikkers.
    • Katten raken besmet door het eten van muizen, vogels of reptielen die eerder besmette slakken hebben gegeten.
  • Oslerus osleri

    • Wordt direct overgedragen via besmette ontlasting.
    • Kan ook van moederhond op pup worden overgebracht.


De levenscyclus van een longworm

  1. Een hond of kat eet larven op.
  2. De larven reizen via de darmen, lever en hart naar de longen.
  3. In de longen worden de larven volwassen wormen (1,5 – 2,5 cm groot).
  4. De volwassen wormen leggen eitjes die zich ontwikkelen tot larven.
  5. Larven worden opgehoest, doorgeslikt en via de ontlasting uitgescheiden.
  6. Larven in de ontlasting worden door slakken of andere tussengastheren opgenomen, en de cyclus herhaalt zich.


Symptomen van longworminfecties

  1. Franse hartworm (Angiostrongylus vasorum):

    • Sloomheid, verminderde conditie.
    • Slechte eetlust, gewichtsverlies.
    • Hoesten, benauwdheid, longontsteking.
    • Bloedingen in huid, slijmvliezen of longen.
    • Ernstige infecties kunnen leiden tot hartfalen en overlijden.
  2. Oslerus osleri:

    • Wormknobbels in de grotere luchtwegen.
    • Harde, droge hoest (vooral bij inspanning of temperatuurwisselingen).
    • Bij jonge honden: slecht eten, gewichtsverlies en benauwdheid.
  3. Aelurostrongylus abstrusus (bij katten):

    • Meestal geen zichtbare symptomen.
    • Bij ernstige infecties: hoesten, benauwdheid, vermagering en slecht eten.
    • In zeldzame gevallen kan de infectie fataal zijn.


Diagnose

  • Ontlastingsonderzoek:
    • Larven kunnen worden aangetoond, maar dit kan 3 tot 18 weken na besmetting pas zichtbaar zijn.
  • Bronchoscopie:
    • Wormknobbels van Oslerus osleri zijn na 2 maanden zichtbaar.
    • Larven kunnen ook worden opgespoord in longspoelsel.
  • Bloedonderzoek:
    • Specifiek voor de Franse hartworm (Angiostrongylus vasorum).


Behandeling en herstel

  • Behandeling is vaak succesvol, maar kan langdurig zijn.
  • Soms is herhaling van de behandeling nodig om alle parasieten te verwijderen.
  • Ondersteunende zorg zoals medicijnen voor symptomen (bijvoorbeeld hoest of ontstekingen) kan noodzakelijk zijn.


Preventie

  • Voorkom dat uw hond of kat slakken, kikkers of knaagdieren eet.
  • Let op bij buiten lopen in gebieden met veel slakken.
  • Regelmatig ontwormen volgens het advies van uw dierenarts.