De virussen FIV en FeLV komen in Nederland relatief weinig voor, door een succesvol zwerfdierenbeleid en goede diergeneeskundige zorg. Echter blijft het belangrijk om dieren te testen op deze dodelijke virussen, zodat we de kans zo klein mogelijk houden dat dieren besmet worden.
FIV (Feline Immunodeficiency Virus) is een virus wat vergelijkbaar is met HIV. HIV is de humane variant want bij de mens AIDS veroorzaakt. Hoewel HIV en FIV erg op elkaar lijken, kunnen mensen niet ziek worden van FIV en katten niet van HIV.
FIV wordt voornamelijk overgedragen bij het vechten. Een kater wat niet gecastreerd is vecht meer en heeft dus een verhoogd risico op het krijgen van FIV. FIV wordt overgedragen door seksueel contact, vieze naalden en bloedtransfusies. FIV wordt meestal niet overgedragen van moederkat op kitten.
Er zijn geen specifieke symptomen bij FIV. Besmette katten kunnen een verminderde weerstand en kanker krijgen.
2 – 6 maanden na infectie krijgt uw kat vage klachten. Dit kan een slechte vacht, moe, koorts en vergrote lymfeknopen zijn.
Enkele maanden tot jaren na infectie kunnen symptomen zijn dat uw kat afvalt, minder goed eet, aanhoudende diarree, gebitsproblemen of zweren in de mond. Daarnaast komen hierbij ook ontstekingen van de luchtwegen, urinewegen en huid bij voor.
Fiv kan worden vastgesteld door middel van een bloedtest.
Kittens wat jonger zijn dan 6 maanden, kunnen antilichamen van hun moeder hebben meegekregen.
Helaas bestaat er geen vaccin tegen FIV. Alle katten wat buiten komen lopen risico om FIV te krijgen. Als uw kat al FIV heeft is het een risico voor andere katten.