FIV: wat u moet weten

In Nederland komen de virussen FIV (Feline Immunodeficiency Virus) en FeLV (Feline Leukemievirus) relatief weinig voor, mede dankzij een goed zwerfdierenbeleid en diergeneeskundige zorg. Toch blijft het belangrijk om katten te testen op deze dodelijke virussen, om besmettingen te voorkomen en de gezondheid van kattenpopulaties te waarborgen.


Wat is FIV?

FIV is het Feline Immunodeficiency Virus, vergelijkbaar met HIV bij mensen. Waar HIV AIDS veroorzaakt bij mensen, tast FIV het immuunsysteem van katten aan. Mensen kunnen niet besmet raken met FIV, en katten kunnen niet besmet raken met HIV.

Hoe wordt FIV overgedragen?

  • Vechten: Vooral bijtwonden vormen een risico. Ongecastreerde katers hebben een verhoogd risico omdat zij vaker vechten.
  • Seksueel contact.
  • Besmette naalden of bloedtransfusies.
  • Overdracht van moeder op kitten gebeurt zelden.
 

Symptomen van FIV
FIV veroorzaakt geen specifieke klachten, maar tast het immuunsysteem aan, waardoor katten vatbaarder worden voor infecties en kanker.

Symptomen treden vaak in verschillende stadia op:

  • 2-6 maanden na besmetting: vage klachten zoals een doffe vacht, vermoeidheid, koorts en vergrote lymfeklieren.
  • Enkele maanden tot jaren na besmetting: symptomen zoals gewichtsverlies, minder eetlust, aanhoudende diarree, gebitsproblemen, of zweren in de mond. Ook kunnen ontstekingen aan de luchtwegen, urinewegen en huid optreden.
 

Diagnose en behandeling
FIV kan worden vastgesteld via een bloedtest. Kittens jonger dan 6 maanden kunnen echter antilichamen van hun moeder hebben, wat de uitslag kan beïnvloeden.

Er bestaat helaas geen vaccin tegen FIV. Katten die buiten komen lopen een verhoogd risico. Als uw kat besmet is, kan hij andere katten besmetten. Het is daarom belangrijk om besmette katten binnenshuis te houden.